
Herkomst van de Somali
De Somalische kat is een variant van de Abessijn met een halflange vacht. Afgezien van de vachtlengte zijn er geen verschillen met de Abessijn. De rasstandaard van de Somali komt overeen met de Abessijn.
Het uiterlijk van de Somali

De kop van de Somali valt door zijn grote, open ogen en oren op. Die geeft de kat een attente indruk. De amber, lichtbruine of groene ogen zijn groot en amandelvorming, daarom is een omranding ook een graag geziene toevoeging. De vorm van de kop zelf is wigvormig met een zachte contour.
De halflange vacht van de Somali heeft weinig ondervacht en is daarom uiterst fijn. Hij is zacht, en bij voorkeur met een goed ontwikkelde plooi. Bij de schouders kan de vacht iets korter zijn. Kortom net zoals de Abessijn heeft de Somali vaak donkere strepen op zijn rug. Dit begint tussen de schouders en eindigt bij het puntje van de staart. Een zogenaamde donkere ‘bodem streep’ is vaak te vinden op de achterpoten tot aan de hiel.
De kleur van de Somali
Opvallend is de kleur van de Somali, de zogenaamde ‘thicking’. Dit betekent dat elke individuele haar over het algemeen twee, soms zelfs drie of vier keer gestreept is. Toch tonen de haarpunten altijd de donkerste kleur, aangezien je er zo naar kan kijken. Interessant is dat alleen het haar op bepaalde gebieden van het lichaam ‘aangevinkt’ is. Met name het hoofd, de rug, de staart en de buitenkant van de benen. Daarentegen zijn de onderkant van de buik, borst en de binnenkant van de poten gelijkmatig gekleurd. In de respectievelijke primaire kleur natuurlijk.